JavaScript lijkt uitgeschakeld te zijn in uw browser.
U moet JavaScript ingeschakeld hebben in uw browser om de functionaliteit van deze website te kunnen benutten. Klik hier voor instructies over het inschakelen van Javascript in uw browser.
VOLLEDIG UITVERKOCHT BIJ MARKLIN ... BIJ ONS NOG ZEER BEPERKT OP VOORRAAD!Eurocity 67 "Admiraal de Ruyter“ Serie ICM (InterCityMaterieel) van de NS is een elektrische motorwagen voor snel, comfortabel intercityverkeer. In de volksmond worden ze vanwege de overgangen aan de frontzijde van de wagens Koploper genoemd. De machinistencabine bevindt zich in een panoramacabine boven de overgang, wat deze wagens een stoer uiterlijk geeft en net zo typisch Nederlands als de Hollandse kaas en bij Märklin als "Hoek van Holland". Tot 2005 was het mogelijk om tijdens de rit van het ene treindeel naar een ander te lopen. In 1983 begon Talbot in Aken met de standaardproductie van een driedelige motorwagen met typeaanduiding ICM-1, treinnr. 4011-4050. Vanaf nr. 4051 veranderde de typeaanduiding in ICM-2. Vanaf 1990 werden de (tot dan toe driedelige) ICM's als vierdelig (series ICM-3 en ICM-4) geleverd. Het voorbeeld van model 39425 komt overeen met de Koploper 4015 uit 1987 als Eurocity 67 "Admiraal de Ruyter“ Amsterdam - London, voor het traject in Nederland tot Hoek van Holland.Voorbeeld: Driedelig elektrisch treinstel als intercitytreinstel serie ICM-1 "Koploper" van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Geel/blauwe basiskleurstelling in de standaard uitvoering. 1 motorwagen als eindwagen mBk 2e klas. 1 tussenrijtuig AB 1e/2e klas. 1 stuurstandrijtuig als eindwagen sBk 2e klas. Bestemmingsweergave "Hoek van Holland". Bedrijfsnummer van het treinstel 4015. Zoals in gebruik in tijdperk IV, in de afleveringstoestand van 1984 - 1988.Highlights:
Model: Met digitale decoder mfx+ en uitgebreide geluidsfuncties. 3-delige uitvoering. Onderstel bij gemotoriseerde eindwagen van spuitgietmetaal. Geregelde hoogvermogenaandrijving met vliegwiel. Twee assen van een draaistel aangedreven. Antislipwielen. Machinistencabines in de twee eindwagens met interieur. Met de rijrichting wisselende stroomvoorziening, via de telkens voorste motorwagen. Speciale kortkoppelingen met schaargeleiding. Standaard ingebouwde binnenverlichting. Met de rijrichting wisselend driepuntsfrontsein en 2 rode sluitseinen, evenals binnenverlichting in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Frontseinen aan eindwagenzijde 2 en 1 afzonderlijk digitaal uitschakelbaar. Frontsein met voorbeeldgetrouwe lichtgele en rode ledlampjes. Binnenverlichtingen met warmwitte ledlampjes. Gedetailleerde uitvoering van onderstel en opbouw. Aan de eindwagens weergave van de "Scharfenberg"-koppeling met afdekking. Voor dubbele tractie is een extra starre koppelingsverbinding meegeleverd. In standaard uitvoering van de eindwagen met gesloten overgangsdeuren. Weergave van de bij een eindwagen opzij geschoven zwenkdeuren met vouwbalg is mogelijk met het bijgeleverde insteekdeel. Totale lengte van de trein 86,6 cm.Grootbedrijfinformatie: De ICM is ontstaan uit de wens van de NS om voor het snelle intercityverkeer nieuwe voertuigen aan te schaffen met flexibele inzet, snellere en gemakkelijkere koppeling en ontkoppeling bij de knooppuntstations en de mogelijk voor de passagiers om tijdens het rijden van het ene rijtuig naar het andere te gaan. Vanwege deze eisen werd de machinistencabine een etage hoger geplaatst en werden de motorwagens voorzien van overgangen aan de kopzijden, waardoor deze stoere, buitengewone voertuigen al snel de bijnaam Koploper kregen. De NS kochten in 1977 van Talbot in Aken een voorserie van zeven driedelige eenheden (4001-4007) als IC3 (later ICM-0). De serieproductie als ICM-1 startte in 1983 met talrijke verbeteringen. Vanaf eenheid 4051 werd een chopper-besturing ingebouwd en wijzigde het type in ICM-2. Tussen 1990 en 1994 ontstonden 50 vierdelige eenheden als ICM-3 (4201-4230) en ICM-4 (4231-4250). In tegenstelling tot de driedelige treinstellen met slechts één aangedreven eindwagen, had bij deze treinen ook het op de eindmotorwagen volgende draaistel van de tussenwagen aangedreven wielstellen. Het mechanische deel van alle Koplopers werd gebouwd bij Talbot, terwijl CEM Oerlikon en Holec verantwoordelijk waren voor de elektrische installatie. Van 2006 tot 2011 werden de treinen uit de ICM-series 4011–4097 en 4201–4250 successievelijk tot ICMm gemoderniseerd: daarbij vervielen de karakteristieke overgangen, omdat deze weinig werden gebruikt. Het interieur werd compleet gerenoveerd, toiletten voor rolstoelgebruikers werden ingebouwd, airconditioning en displays voor reizigersinformatie werden aangebracht en het aantal zitplaatsen werd 13% verhoogd.